Het werken langs de openbare weg brengt altijd risico's met zich mee. Terwijl jij bijvoorbeeld aan het snoeien of het rooien van bomen bezig bent, raast het verkeer op een behoorlijke snelheid voorbij. Voor een veilige omgeving voor zowel weggebruikers als wegwerkers, moet dan ook een groot aantal maatregelen worden genomen. Lees in deze blog hoe de veiligheid kan worden gewaarborgd.
Maak vooraf goede afspraken
Voor je begint met de werkzaamheden, dienen vooraf duidelijke afspraken tussen de opdrachtgever en de aannemer worden gemaakt m.b.t. het werken langs de weg. Soms is het nodig om een Veiligheids- en Gezondheidsplan (V&G-plan) op te stellen. In ieder geval is het nodig om de afspraken af te stemmen op de feitelijke situatie:
- Neem een goede risico-inventarisatie van de werkplek met het volgende in het achterhoofd:
- Welk werk moet er gebeuren, en zijn er bijzonderheden als vallend hout, in- en uitrijdend werkverkeer, machines met een grote draaicirkel
- Wat zijn de omstandigheden ter plaatse: verkeerssituatie en -drukte, soort verkeer, specifieke zaken als een kruispunt, zebrapad, nabijheid van scholen
- Wat is het tijdstip en de tijdsduur, welke risico's levert dit op en hoe kun je deze vermijden (bijv. door op een rustiger tijdstip te werken)
- Stel hierna de benodigde verkeersmaatregelen vast. Denk hierbij aan onder andere verkeersomleiding, bebording, wegafzettingen, rijroutes aanpassen. Leg duidelijk op papier vast wie welke maatregelen neemt en maak indien gewenst een tekening en/of figuur, waarop de situatie ter plaatse en de verkeersmaatregelen op staan aangegeven
- Kies voor het meest ideale tijdstip waarop de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Hoe rustiger op de weg, hoe beter
- Licht ook, indien nodig, andere partijen in. Vergeet bijvoorbeeld niet de politie, omwonenden en zelfs de lokale media in te lichten over de wegwerkzaamheden
Zorg voor een goede werkvoorbereiding
- Als je de werkzaamheden goed voorbereidt, kun je de verkeersoverlast zoveel mogelijk beperken
- Stel een overzichtslijst op van de benodigde bebording en afzettingen en zorg dat de materialen op tijd aanwezig zijn op de werkplek
- Zorg er bovendien voor dat alle werknemers een cursus 'Veilig werken langs de weg' hebben gevolgd
- Instrueer hen voor aanvang van de werkzaamheden zo goed mogelijk (welke situatie treffen ze aan, welke maatregelen zijn er nodig, zijn er EHBO-voorzieningen etc.)
- Zorg ook voor een duidelijke taakverdeling
Werkgever en wegbeheerder beiden verantwoordelijk
De wegbeheerder of -eigenaar, aannemer, opdrachtgever, werknemer en werkgever zijn samen verantwoordelijk voor de veiligheid van de weggebruikers en voorbijgangers. Deze vlieger gaat niet alleen op voor het werken langs de openbare weg, maar bovendien langs particuliere wegen indien deze zijn opengesteld voor openbaar verkeer en het werken bij particuliere boswegen.
Vanwege diens zorgplicht over de weg moet de wegbeheerder toezien op een veilig gebruik van de weg tijdens de werkzaamheden op of naast de weg. Hij moet bovendien instemmen met de werkzaamheden en bepaalt welke tijdelijke maatregelen nodig zijn voor alle bij het werk behorende zaken. Daarnaast is de werkgever verplicht te zorgen voor een zo veilig mogelijke werkplek en de werknemer goed te (laten) instrueren. Aan de werknemer de plicht deze aanwijzingen zorgvuldig op te volgen.
Goede verkeersmaatregelen zijn een must
Helaas is het soms onvermijdelijk het verkeer om te leiden. Gelukkig is goede bebording (tijdelijke, gele borden ofwel WIU-borden) vaak afdoende. Neem echter wel de volgende regels in acht:
- Weggebruikers moeten te allen tijde in één oogopslag en ruim op tijd de gewijzigde situatie kunnen zien, opdat zij adequaat kunnen reageren. Houd ook rekening met bijvoorbeeld uitstekende takken, werkzaamheden bij machines en aan- en afrijdend verkeer
- Bij het werken langs de weg dien je altijd een 'obstakelvrije zone' aan te houden. Dit is een gedeelte langs de weg zonder obstakels. Doel is dat verkeersdeelnemers voldoende vrij uitzicht hebben en ruimte om indien nodig uit te wijken. Langs fietspaden en 30km-wegen dient deze zone 150 cm te zijn, bij 60km-wegen zelfs 3 meter
- Gebruik je eigen tekening (eventueel m.b.v. het CROW-handboek) om de juiste verkeersborden en wijze van plaatsing te bepalen. Zodra je begint met borden te plaatsen, plaats dan de buitenste borden als eerste en werk naar binnen toe. Gebruik hierbij uitsluitend schone en onbeschadigde verkeersborden
- Zorg voor een goede inrichting van de werkplek en zorg voor een goede stabiliteit van de wegafzettingen
- Indien er dicht langs de weg wordt gewerkt, zorg voor een goede langsafzetting. Deze kan bestaan uit verkeerskegels of geleidebakens en voorkomt dat medewerkers ondoordacht vanuit de werkruimte de verkeerszone kunnen betreden. Zorg bovendien voor voldoende veiligheidsruimte waarin niet mag worden gewerkt
- Is er slecht weer voorspeld, stel dan bepaalde werkzaamheden uit
- Controleer ten slotte of de verkeersborden ook 's nachts en bij slecht zicht duidelijk zijn te zien (let op de reflectieklasse)
Blijf op je hoede en rond de werkzaamheden snel af
- Let erop dat medewerkers met RWS-kleding te allen tijde duidelijk zichtbaar zijn, hetgeen bij werken aan de weg wettelijk verplicht is gesteld. Deze zogeheten signaalkleding moet voldoen aan de NEN-EN 471-norm – ook wel RWS EN 471-norm – in klasse 2 of 3. Deze kleding moet altijd gesloten worden gedragen
- Laat werknemers immer voor het starten van de werkdag nagaan of alle benodigde (veiligheids-)materialen (verkeersborden, afzettingen etc.) aanwezig zijn. Overleg met de leidinggevende indien dit niet het geval is
- Werk altijd met goed onderhouden gereedschappen en machines. Dit helpt onnodig oponthoud en ergernis voorkomen. Denk er ook om dat er ter plaatse voldoende reservegereedschappen en/of -onderdelen voorhanden zijn
- Laat gereedschappen en machines nooit onbeheerd achter in het werkvak! Denk er dus om dat je 's nachts of tijdens de pauze alles meeneemt. Controleer bovendien bij terugkeer of afzettingen en bebording nog intact en compleet zijn
bron
